Wie op internet naar bestanden zoekt met het woord ‘vinoloog’ struikelt over de vele zoekresultaten. Het aantal opleidingen voor vinologen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Het is een verdienmodel voor veel aanbieders van de uitgebreide leerstof en het daarbij komende praktijk van het proeven van wijn.
De Wijnacademie begon 50 jaar geleden in het dorpshuis van Maarn voor kandidaten die in wijnbranche werkzaam waren. Niet veel later kwam er in 1979 een aparte groep voor mensen uit de gastronomie. Persoonlijk begon ik in 1979 aan de opleiding in de nieuwe groep ‘gastronomen’. De docenten gaven les met in het achterhoofd, dat een nieuwe groep klanten altijd welkom waren.
Ik herinner me de discussie tussen De Bruijn (Bordeaux-adept) en Pieter Taselaar (Bourgogne). De les Duitsland werd verzorgd door Jan Gispen die de zware opleiding aan het instituut in Geisenheim met succes had gevolgd. Jan Hein Verlinden opende de serie lessen met de techniek van het proeven. Hoewel hij Geisenheim niet had afgemaakt, was zijn optreden voor veel cursisten een eyeopener.
We leven nu in een andere tijd waar de bezitter van de titel Vinoloog nu vooral ook voor de amateur-wijnliefhebber bedoeld is. In tegenstelling tot bijvoorbeeld andere cursussen, zijn de gegevens over de aantallen cursisten en de slagingspercentages niet openbaar.
Zo geeft het diploma van de Wijnacademie als enige recht op de titel Vinoloog van de Wijnacademie. Andere cursusaanbieders kunnen de toevoeging niet gebruiken. Zo ontstaat een leger van vinologen die de naam – ooit door Hubrecht Duijker bedacht – mogen gebruiken.
Door allerlei toevoegingen ziet de potentiële cursist de bomen niet meer. Eerst is er de zoektocht welk instituut het beste is voor de prijs (ongeveer 2000 euro) Wijnacademie, Wijninstituut, Wine Flight etc.
De benamingen zoals b.v. Register Vinoloog, zijn legio. Verrassend was de benaming in De Volkskrant. Fransbert Schermer was voor het bekende dagblad een Meester-Vinoloog. Het moet niet gekker worden.
Jan Rook
Vinoloog sinds 1980