Black Friday heeft weer toegeslagen. De uit de Verenigde Staten overgewaaide marketingtool laat zich nu ook in Nederland gelden. De timing is perfect met de komende Sinterklaas en Kerstmis. Vooral de elektronica, kleding en woonaccessoires zijn bij dit koopjesfeest betrokken.
Toch laat de Nederlandse wijnsector de gelegenheid niet voorbij gaan om een graantje mee te pikken. Wie op internet kijkt met zoekopdracht ‘Black Friday wijn’ krijgt als eerste de verkoopkanonnen van Wijnvoordeel en Wijnbeurs te zien. De verkoopmotor van deze grote retailer is gebaseerd op het Franse gezegde ‘Frapper – Toujours Frapper’ . Vrij vertaald: maak van elke gelegenheid gebruik om te verkopen en herhaal hetzelfde zoveel als mogelijk. Andere grote aanbieders zoals Gall & Gall en Hema laten zich in de strijd om wijnminnend Nederland niet onbetuigd. Ik kwam op internet wijnverkopers tegen waar ik nog nooit van gehoord heb.
Volgens cijfers van OIV wordt de taart (totale wijnproductie) kleiner en de consumptie minder. Het is dus vechten om in de krimpende markt te overleven. Tijdens de persconferentie gisteren (vrijdag 29 november) werden de aanwezigen met de cijfers om de oren geslagen. Waar geen enkel woord aan was besteed, is de vraag, wat drijft de jongere generatie op zoek naar een non- of lage alcoholversnapering?
De vergrijzing zorgt voor een vermindering van de consumptie. De nieuwe generatie wil avontuur en verandert snel van voorkeuren. De zware rode wijnen gaan aan de nieuwe generatie voorbij. Non-alcohol, laaggradig en in plaats van rode wijn willen ze witte- en mousserende wijnen. De verandering in de consumptiepatronen gaan snel. Wijn is niet bepaald een product dat zich snel aanpast. Het gedrag van de jongere generatie is wel zo belangrijk als de discussie over de productieplaats van de wijn.
Misschien zie ik te veel beren op de weg, maar we zullen moeten leven met de reclame-uitingen die in toenemende mate tot ergernis zijn. De slogan die het beste aangeeft wat er speelt is:
Reclame is de slechte adem van de consumptiemaatschappij.
Jan Rook