Het kleurrijke leven van John Bindels
‘Ik heb me nooit iets laten dicteren ‘
INTRO:
Hebben wijnwebsites en wijnblogs invloed op gedragsverandering bij degenen die ze willen bedienen? Anders gezegd: kunnen wijnnieuws, wijnvoorlichting, wijncolumns en interviews geregelde internet-bezoekers tot andere keuzen of opvattingen brengen? . Een blik op zijn ervaringen.
“Wat wij al niet beleefd hebben, zeggen mijn vrouw en ik geregeld tegen elkaar. Allebei van voor de oorlog. Opgegroeid met bommen, granaten, doden om de hoek en het opruimen van puinhopen. Dat blijft hangen. Komt zelfs terug als je oud geworden bent. Desondanks een jeugd die ik niet had willen missen. De schoolband, mijn eerste regieklus bij het HBS-toneel, de ontgroening als adelborst aan de marine-academie, de assaut-show die ik daar schreef, mijn eerste stappen in de journalistiek bij de krant in Breda waar ik mijn vrouw leerde kennen, de verdere opleiding in Nijmegen. Het was een kleurrijke tijd in m’n leven.
Maar de beste herinneringen bewaar ik aan mijn journalistieke werk. Ik heb alle rangen doorlopen, ben overal geweest. Was al jong commentator en heb later zelfs de Times of Central Asia gereorganiseerd in Kirgizië, of all places. De Russische redacteuren daar opgeleid in de beginselen van de westerse journalistiek. Een tijdlang was ik ook eindverantwoordelijk voor de inhoud van die krant. En zinden toenmalig president Akajev en zijn kliek berichten of artikelen niet, dan werd die simpelweg niet gedrukt. Door allerlei teksttrucs in het Engels heb ik dat gelukkig kunnen voorkomen. Ik heb er ook enkele Tv-studio’s mogen adviseren, op basis van de ervaringen die ik als directielid van de Vereniging Eigen Huis met het pakket publiciteit had opgedaan. Destijds deed ik zo’n honderd radio- en enkele televisie-uitzendingen per jaar in allerlei consumentenrubrieken. Daarvoor was ik al adviseur geweest van twee ministers van Volkshuisvesting voor de allereerste Verstedelijkingsnota en het Nationaal Isolatieplan. En ik ben ook nog directeur van een woningcorporatie geweest. Dus ik heb nogal verscheiden geopereerd.
Wijnpakketten
Thuis was vader alleenverdiener. Hij dronk wel eens een borrel. Geen wonder, hij had voorheen in Breda en Oosterhout samen met mijn moeder een paar jaar een slijterij bestierd. Bier en wijn kwamen bij ons zelden op tafel. We hadden het financieel niet slecht, maar aan dat soort drankjes werd geen geld besteed. Er was eigenlijk nooit drank op voorraad. Met wijn maakte ik ook als journalist nooit kennis. Bier was daar de mode en voor een litertje per dag draaiden we toen ons hand niet om. Met wijn maakte ik pas kennis toen ik hoofdredacteur in het Gooi werd. Hubrecht Duijker vroeg mij toen of hij wijnbijdragen kon leveren. En zo zijn we samen bij Nederlandse wijnbedrijven gaan proeven. We beschreven de wijnen en boden ze in pakketten aan de lezers aan. Mijn eerste wijnreis ging naar Frankrijk. Daar leerde ik dat je wijn eerst moet proeven voordat je besluit hem al of niet te drinken. En vooral hoé je moet proeven, je palatum kunt oefenen in het onderscheiden van smaken. Je genetisch structuur bepaalt dan verder of je van de zoet- of de bitterlijn bent, met alles wat daartussen zit. En welke voorkeuren daaruit tevoorschijn komen.
Snel vergeten
Dus veel proeven en proberen je ervaringen onder woorden te brengen. De een doet dat zakelijk, de ander bijna poëtisch. Al naar gelang de beheersing van het wijnvocabulaire. Of het vermogen daar eigen creativiteit aan toe te voegen. De beschreven ervaringen, proefnotities dus, zijn voor sommige professionele categorieën in de wijnwereld zeker nuttig. Bijvoorbeeld voor chefs de cuisine en sommeliers, omdat die streven naar passende combinaties van wijn en gerechten. Anderen daarentegen vinden die notities maar gezever, dat je na een paar minuten al bent vergeten. Reeksen proefnotities in sommige wijnbladen hebben voor mij geen enkele zin. Vooral niet als ze over wijnen gaan die hier nauwelijks op de markt komen. Je ziet in wijnbladen, op een enkele uitzondering na, ook steeds minder van die wijnbeschrijvingen verschijnen. Bloggers doen er nog veelvuldig aan, vooral als ze verder weinig méér hebben te melden dan ego-ervaringen, waarop meestal niemand zit te wachten.
Uit circuits
Omdat ik vanuit mijn journalistieke opvoeding en karakter graag afstand houd, heb ik nooit getaald naar allerlei dure titels in de wijn. Die heb je als wijnjournalist ook niet nodig. Je bouwt een eigen proefervaring op, reist veel, onderzoekt zaken, praat met wijnboeren en collega’s en dan kom je een heel eind. Als je bovendien ongekleurd wil voorlichten, kun je beter uit circuits blijven die proberen je voor allerlei al of niet verkapte promotieactiviteiten te gebruiken. Helaas lopen er teveel van die figuren rond, die zich vaak ook nog ten onrechte voor ‘wijnjournalist’ uitgeven. Bloggers (m/v) met 5 bezoekers per week of schrijfsters in commercieel opererende vrouwenbladen die nog geen Cabernet van een Pinot Noir kunnen onderscheiden.
Niet voor geld
Niet lang na mijn pensioenleeftijd maakte ik kennis met Hans Officier, die mij vroeg of ik voor zijn website Lekker Wijntje wilde werken. Voor die tijd had ik enkele wijnrubrieken gehad in Brabantse tijdschriften. Voor het geld hoefde ik het niet te doen. Ik heb me nooit laten betalen voor welke wijnbijdrage waar dan ook. Aan een reis- en onkostenvergoeding heb ik voldoende. Zo werk ik nog steeds. Ook voor andere media dan Wijnwijs, de nationale website voor wijnconsumenten. Die ben ik destijds met Cornelis Heystek begonnen. Nadat Lekker Wijntje door ziekte van de eigenaar moest worden verkocht.
Ik heb pas in internet leren geloven nadat ik met veel gevloek onder de knie had gekregen hoe je met een keyboard kopij op je computer maakt. En wat je daar allemaal niet kon vinden en opzoeken. In het beging schreef ik nog alles met de hand en tikte het daarna uit. Ik was nog niet gewend aan directe formulering op het toetsenbord. Dat heb ik me nu wel eigen gemaakt.
Thuisgevoel
In die periode heb ik veel gereisd. Teveel in sommige jaren, denk ik wel eens. Want boven de 75 tellen die extra. Brazilië, Zuid Afrika, Chili, Nieuw Zeeland, Spanje, Portugal, Kroatië, Tsjechië, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië. En in sommige van die landen zelfs vaker in hetzelfde jaar. Vooral Italië en Chili hebben me geboeid om hun pittoreske landschappen, wijnen, cultuur en hartelijke bevolking. Die landen gaven me een soort thuisgevoel. Alsof daar verre voorouders vandaan zijn gekomen. Wijnen die daar het meeste indruk hebben gemaakt zijn de Syrah uit de midden-Rhône, Pinot Noir uit Otago Nieuw Zeeland, Cabernet uit Maipo, Viognier uit de Franse Condrieu, en uit Puglia de herboren Susumaniëllo en de Primitivo.
Je vraagt of ik de wijnhandel in mijn tijd heb zien veranderen. Ja en hoe. Niet meer die centenknijpers van importeurs, die nauwelijks toegankelijke wijn uit vooral Bordeaux aanboden. Eerder wijnkopers die beseffen dat ook consumenten steeds meer reis- en daarmee ook proefervaring hebben en niet meer zijn te porren voor goedkoop en ondeugdelijk bocht. Dat daar een percentage vette winstnemers en sjoemelaars tussen zit staat vast. Maar in het algemeen is de mentaliteit ten goede veranderd. Daar heeft de georganiseerde wijnhandel stevig aan bijgedragen. Zeker nadat de wijnjournalistiek bedriegers en piraten heeft ontmaskerd, die het blazoen van de goedwillenden besmeurden en dat nog altijd proberen te doen. Dat beroeps- alcohol-afraders vinden dat we moeten ophouden ons met wijn te ‘vergiftigen’ speelt de commercie wel parten. Maar gelukkig niet zo dat niemand meer van een goed glas geniet. Wetenschappers hebben voldoende aangetoond dat een dagelijks glas wijn ook bepaalde gezondheidsrisico’s vermindert. Ook al probeert de anti- alcohol-lobby de onderzoekresultaten geregeld onderuit te halen.
Vrij opereren
Zelf heb ik de wijnhandel en -wandel en het wijnonderwijs met al zijn plus- en minpunten jaren in de gaten gehouden. En als ik het nodig vond zelfs hinderlijk gevolgd. Als je van niemand afhankelijk bent, nooit in een ‘wij-of zij’-kamp hebt gezeten, nooit de ‘amice’ bent geweest in netwerken die graag sympathie kopen, niet thuis bent voor geheime rekeningen waarop solidariteit wordt ‘beloond’, geen snoepreisjes maakt zonder dat er ooit iets over verschijnt, je niet laat optrommelen voor rijkelijk besproeide wijnpromotie-lunches, dan pas kun je vrij manoeuvreren. Hoeveel zogeheten wijnjournalisten zijn daartoe in staat?. Bij kranten hangt dat vak er maar bij. Een complete dagbesteding zit er niet in. Bovendien is het onderwerp wijn daar hoogstens af en toe wat meer ruimte waard dan een halve kolom. Bij wijntijdschriften ligt het anders, maar ook daar is de onderzoeksjournalistiek vaak een ondergeschoven kindje. En hebben ze ook een website, dan lees je daar zelden over opgehelderde binnenlandse schandalen of fraudes. Want dan wordt er altijd wel een netwerk geraakt dat advertentie-inkomsten levert of lucratieve invitaties aan de redactie verstuurt. Een aanzienlijk deel van de zogeheten wijnjournalisten doet ook niet aan journalistiek maar aan wijnschrijverij. Dat is niet altijd hetzelfde als de waarheid boven tafel brengen. Sommige redacties hebben het ook drukker met het organiseren van al dan niet verkapt gesponsorde bijdragen, dan met kwalitatieve journalistiek. Een enkel blad niet te na gesproken, al noem ik hier geen namen.
Opgeschoond
Kernvraag is of je met dat uitzoeken van misstanden invloed hebt kunnen uitoefenen op het beleid, het gedrag of de mentaliteit van de handel en van de wijnprofessionals in het algemeen. Mijn indruk is dat ik daar goede resultaten mee heb geboekt. Denk aan de piraten die na allerlei onfrisse praktijken zijn ontmaskerd en nu, mede op mijn voorstel, ook strafrechtelijk gaan boeten voor hun gerommel. Denk ook aan het wijnonderwijs dat jarenlang sterk is vervuild, dubbele petten en dubieuze examens kende. Door die situatie totaal uit te spitten en onwelriekende zaken naar boven te halen, gekoppeld aan vraaggesprekken die betrokkenen ter verbetering aan tafel brachten, denk ik een aardig aandeel in de opschoning te hebben geleverd. Wie wil weten welke ontsporingen in mijn columns verder op de hak werden genomen of van kritiek voorzien, kan daarvan hele reeksen op onze website vinden. Samengevat: ik heb niet het gevoel een roepende in de woestijn te zijn geweest.
Dat heeft me ook de oeuvreprijs voor spraakmakende wijncolumns in een bepaalde stijl opgeleverd. En recenter ook de Wijnrank, voor het eerst toegekend voor onderzoeksjournalistiek. Dat deed me wel wat, omdat er in ons land geen wijnonderscheiding van hoger niveau bestaat. En daarmee werd benadrukt dat de georganiseerde wijnhandel niet alleen maar moet verkopen maar ook het blazoen zuiver dient te houden, ook al wordt dat door piraten besmet.
Eer en geweten
En dan de vraag hoe ik wil worden herinnerd.
Die heeft betrekking op mijn hele leven. Niet alleen op die jaren dat wijn daarin een plaats innam. Dat leven is kleurrijk, afwisselend en avontuurlijk geweest. Maar het kende in de straks 60 jaar huwelijk ook dieptepunten. Zoals het overlijden van onze oudste dochter, gezondheidsproblemen die af en toe onoplosbaar leken en een zwaar auto-ongeluk waarvan het herstel mij drie jaar heeft gekost. De steun binnen het gezin heeft mij het hersenletsel van destijds te boven leren komen.
Ik hoop dat ik word herinnerd als een zorgzame vader die vooral warmte binnen het gezin zocht. En als gedreven journalist en hoofdredacteur met een (onschuldige) taaltic, die zich nooit iets heeft laten dicteren en naar eer en geweten heeft gefunctioneerd”.