Wijnplein beschrijft in dit derde verslag de weg van Frankrijk naar Spanje via Côtes de Gascogne, het Spaanse Burgos, de historische plaats bij de Portugese grens Zamora en de Douro-Vallei met in het centrum daarvan het plaatsje Pinhao.
Spanje
De weg naar Spanje wordt niet onderbroken door een grensovergang met controle. We besloten niet naar Bilbao, maar naar Burgos te rijden. In deze stad staat een oude kathedraal waaromheen de straten van de oude binnenstad zijn gelegen. De moeite van het bezoeken waard waren de restanten van een oud klooster. We checkten in een NH Hotel , dat in een gerenoveerd klooster- en kerkcomplex is gebouwd. Bij de receptie stond naast mij een oudere Française die zich beklaagde over de kleine parkeerplaatsen in de kelder van het hotel. Ik kon het niet nalaten om te zeggen dat ik met mijn Bentley geen moeite had, maar als ze een ‘Rolls’ wil parkeren het wat lastiger is…
De volgende dag ging de rit naar het veel kleinere Zamora. Het is een plaatsje dat een eigen kathedraal heeft en meerdere kloostercomplexen. Het rijke Roomse leven moet in deze plaats in het verleden een belangrijke positie hebben ingenomen. Ook hier was een NH Hotel (Palacio del Duero) tegen een oude kerk aangebouwd.
Portugal
Van het Spaanse Zamora naar de Portugese grens ging de rit naar Pinhao in de Douro-Vallei. Het plaatsje is nog even rommelig als jaren geleden. Aan de kade meren de boten af die toeristen vanuit Oporto aanvoeren. In Pinhao een fatsoenlijke, betaalbare hotelkamer krijgen is onmogelijk. Het enige goede hotel is het Vintage Hotel waar men voor één nacht 240 euro vraagt. Drie medewerkers zitten achter een tafel die als receptie functioneert. Een absurde prijs in een plaatsje, dat bepaald niet als parel van de Douro doorgaat. We probeerden het buiten Pinhao en kwamen terecht in Quinta Nova een hotel dat eigendom is van kurkgigant Amorim. Ook hier het bekende tafeltje en een prijskaartje voor een nacht van boven de 200 euro. Uiteindelijk besloten we maar naar de grote plaats Vila Real te gaan waar we wel voor een fatsoenlijke prijs (120 euro) een hotelkamer konden krijgen.
Ramos Pinto
De volgende dag reisden we richting Vale Nova de Foz Côa. Onderweg lunchten we in Quinta Bom Retiro. Het is een van de wijnbedrijven van de gereputeerde producent Ramos Pinto. De lange weg naar het bedrijf is smal en deels onverhard. Wie hoogtevrees heeft kan beter niet aan de rit beginnen. Bom Retiro is een Quinta met een goed onderhouden en prachtige tuin. Tijdens de lunch serveerde men de witte Reserva, een niet-aangesterkte rode wijn en een Tawny port bij het dessert.
Parque Arqueológico do Vale do Côa (PAVC)
Het uiteindelijk doel van de dag was het Parque Arqueológico do Vale do Côa. Het is een vallei waar 20.000 jaar geleden mensen leefden. In deze prehistorisch, indrukwekkende omgeving zijn veel afbeeldingen op stenen gevonden. In 2010 heeft men een museum gebouwd dat een van de spectaculairste collecties uit de prehistorie heeft. Enkele jaren geleden bezocht ik samen met de eigenaar van Ramos Pinto de vallei waar het bedrijf wijngaarden bezit en een klein museum van de voorwerpen die bij de aanleg van de wijngaarden zijn gevonden. Ik proefde toen bij het riviertje dat een bijzonder oude cultuur hier leefde. De resten van een Romeinse nederzetting steken modern af bij de geschiedenis van een cultuur die tienduizenden jaren geleden in de tijd teruggaat.
Inmiddels zijn we in het zuiden van Portugal aangekomen.
Vorige aflevering: klik hier